De oude Egyptenaren

Bij de oude Egyptenaren bestond het menu vooral uit brood, bier, groenten en vis. Vlees werd door de meeste Egyptenaren alleen op festiviteiten gegeten, omdat vlees voor de meesten duur was. Op deze festiviteiten waren vaak ook andere delicatessen te eten, zoals boter en kaas.

De oude Grieken

De basis voor de Griekste kookcultuur is de “mediterrane drie-eenheid”: graan, olijfolie en wijn. Vlees en vis waren alleen beschikbaar voor de rijkere bevolking. Men houdt kippen en ganzen op het erf en soms fokken boeren op het platteland ook geiten, schapen en varkens. Op de Griekse eilanden of in de kuststreken zijn verse vis en zeevruchten de meest voorkomende voedselbronnen.

De oude Romeinen

De oude Romeinen aten van het land en volgden de seizoenen. De vulkanische grond rond de Vesuvius was zeer vruchtbaar. Er werd wijn verbouwd, maar ook olijven. In de bossen was veel klein wild te vinden en vis was er in overvloed.

Bij het hoofdgerecht was vlees of vis meestal het hoofdingrediënt voor de rijkere mensen. De minder rijke mensen aten weinig vlees. Dit was destijds kostbaar. Als er vlees werd gegeten was dat vooral varkensvlees. In de ogen van Romeinen waren de eters van rundvlees niet meer dan barbaren. Voor specialere gelegenheden had je diverse soorten geroosterd vlees, kip, gevogelte of vis.